-
1 wensen
1 [verlangen] désirer2 [dulden, willen] vouloir (que) 〈+ aanvoegende wijs〉; 〈 in ontkennende zin〉 accepter (que) 〈+ aanvoegende wijs〉3 [toewensen] souhaiter (qc. à qn.)♦voorbeelden:op ieder gewenst ogenblik • à tout momentrust wensen • vouloir avoir la paixhet niet gewenst achten te … • estimer qu'il n'est pas souhaitable de …ik help het je wensen • on ne sait jamaisdat is te wensen! • espérons-le!dat laat aan duidelijkheid niets te wensen over • cela ne laisse subsister aucune équivoquewensen rijk te zijn • désirer être richewat wenst u? • que désirez-vous?zich elders wensen • souhaiter être ailleursnog veel te wensen overlaten • laisser encore beaucoup à désirerik wens dat men mij gehoorzaamt • je veux qu'on m'obéissezoals u wenst • comme vous voulezik wens met rust gelaten te worden • je veux qu'on me laisse en paixmijnheer wenst? • monsieur (désire)?3 iemand een goede reis wensen • souhaiter bon voyage à qn.ik wens u veel succes • tous mes voeux vous accompagnent -
2 zich elders wensen
zich elders wensen -
3 zich plooien (naar iemands wensen)
zich plooien (naar iemands wensen)se plier (aux désirs de qn.)Deens-Russisch woordenboek > zich plooien (naar iemands wensen)
-
4 zich plooien (naar iemands wensen)
zich plooien (naar iemands wensen)Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zich plooien (naar iemands wensen)
-
5 vouloir
vouloir1 [voelwaar]〈m.〉 〈 formeel〉1 wil————————vouloir2 [voelwaar]1 graag willen ⇒ genoegen nemen (met), accepteren♦voorbeelden:il ne veut pas de nos excuses • hij wil onze verontschuldigingen niet accepterenne pas vouloir de qn. • niets van iemand willen wetenen vouloir à qn. de qc. • iemand iets kwalijk nemenen vouloir à qc. • het op iets gemunt hebbenen vouloir à la vie de qn. • iemand naar het leven staanne m'en veuille pas, ne m'en veuillez pas 〈 informeel〉, ne m'en veux pas, ne m'en voulez pas • neem mij niet kwalijkII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 willen ⇒ verlangen, wensen2 vragen ⇒ eisen, willen bezitten3 beweren♦voorbeelden:vouloir qn. heureux • iemand gelukkig willen zienveuillez poursuivre • wees zo goed om door te gaan〈 spreekwoord〉 vouloir c'est pouvoir • waar een wil is, is een wegje voudrais vous y voir • ik zou u wel eens op mijn plaats willen zienvous l'avez voulu, bien voulu! • bent u nu tevreden?veux-tu bien sortir? • wil je wel eens vlug naar buiten gaan?je veux bien que tu aies raison • je kunt best gelijk hebbenmoi, je veux bien • mij bestsi vous voulez bien • als u het ermee eens bentcomment voulez-vous que je fasse • wat kan ik eraan doenvouloir qc. à qn. • iemand iets toewensenvouloir du bien à qn. • het goede met iemand voorhebbensans le vouloir • per ongeluk, zonder opzetcomme vous voulez • zoals u wenstque tu le veuilles ou non • of je het nu wilt of nietque voulez-vous (que je fasse, que je dise)? • wat kan ik eraan doen?Dieu veuille • moge God het gevenque me voulez-vous? • wat wilt u van me?, wat wilt u dat ik doe?que veut dire ce gribouillis • wat moet dit gekrabbel voorstellen〈 informeel〉 je veux! • nou en of!♦voorbeelden:¶ s'en vouloir de qc. • zichzelf iets kwalijk nemen, zichzelf iets verwijten1. m 2. v1) graag willen, accepteren2) willen, wensen3) vragen, eisen4) beweren -
6 désirer
désirer [deezieree]〈 werkwoord〉1 wensen ⇒ verlangen naar, willen hebben, begeren♦voorbeelden:le résultat laisse à désirer • het resultaat laat te wensen overvwensen, begeren -
7 laisser
laisser [lessee]3 laten ⇒ laten houden, nalaten, overlaten5 nalaten♦voorbeelden:laisser faire qn. • iemand zijn gang laten gaanlaisser faire, laisser courir • de zaken op hun beloop latenlaisser venir • afwachtenlaisser qn. (tranquille) • iemand met rust latenlaisser qn. à la porte • iemand bij de deur laten staanlaisser qc. de côté • iets weglaten, ergens niet op ingaan, iets laten rustenlaissez • doe geen moeite, maak je geen zorgenil m'a laissé à entendre • hij heeft mij te verstaan gegevenlaisser à désirer • te wensen overlatenlaisser à penser • te denken geven♦voorbeelden:se laisser aller aux larmes • de tranen de vrije loop latense laisser aller à sourire • zich tot een glimlach laten verleidenvin qui se laisse boire • drinkbare wijnje me suis laissé dire • ik meen gehoord te hebbense laisser faire • geen weerstand bieden, met zich laten sollense laisser vivre • zich laten leven, geleefd wordenv1) laten2) achterlaten3) nalaten4) verliezen5) [iemand] laten zitten -
8 fügen
fügen♦voorbeelden:zu einem Geschenk noch etwas Wertvolles fügen • aan een geschenk nog iets waardevols toevoegen〈 figuurlijk〉 Dinge zu einem Ganzen fügen • zaken tot een geheel samenvoegen, verbinden3 er wusste es so zu fügen, dass … • hij wist het zo te plooien, schikken, dat …der Zufall fügte es, dass … • het toeval wilde dat …1 zich voegen, zich schikken ⇒ zich aanpassen♦voorbeelden:1 sich jemandes Wünschen fügen • zich naar iemands wensen voegen, schikkensich in sein Schicksal fügen • zich in zijn lot schikken -
9 submit
v. onderwerpen; aanvullen; voorstellen; indienen; beweren♦voorbeelden:submit to someone's wishes • iemands wensen inwilligen♦voorbeelden:submit to defeat • zich gewonnen gevenI will never submit to being parted from you • ik zal nooit toestaan dat we van elkaar gescheiden worden♦voorbeelden:submit a case to court • een zaak voor het gerecht brengenI submit that • ik meen te mogen beweren dat -
10 joindre
joindre [zĵwẽdr]1 passen ⇒ aansluiten, aan elkaar sluitenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 samenvoegen ⇒ samenbrengen, verbinden3 bereiken ⇒ ontmoeten, aantreffen♦voorbeelden:2 joignez à cela que … • daarbij komt nog dat …♦voorbeelden:3 mon mari se joint à moi pour vous envoyer nos voeux • ook namens mijn man zend ik u mijn beste wensenv1) passen, aansluiten2) samenvoegen, verbinden4) aantreffen -
11 voeu
voeu [veu]〈m.〉1 gelofte ⇒ plechtige belofte, vast besluit3 wens ⇒ bede, verlangen♦voorbeelden:les trois voeux • de drie plechtige geloftenfaire voeu de pauvreté • de gelofte van armoede afleggenfaire le voeu de ne plus faire qc. • zich vast voornemen iets niet meer te doenprononcer ses voeux • zijn geloften afleggentous mes voeux, meilleurs voeux • mijn beste wensenfaire un voeu • een wens doen→ cartem1) gelofte, belofte2) gelukwens3) wens, verlangen -
12 plooien
2 [schikken] plier (qn. à qc., qc. à qc.)3 [Algemeen Zuid-Nederlands][vouwen; buigen] plier♦voorbeelden:zijn gezicht plooide zich • son visage se plissahet plooien • le plissage2 zich plooien (naar iemands wensen) • se plier (aux désirs de qn.)iets zo plooien dat iedereen tevreden is • arranger qc. de façon à ce que tout le monde soit satisfaitde theorie naar de feiten plooien • adapter la théorie aux faits1 [in rimpels getrokken worden] se plisser2 [in plooien neerhangen] faire des plis♦voorbeelden: -
13 accommodate
v. onderbrengen; opbergen; opnemen; belonen[ əkommədeet]II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
14 regard
n. eer; hoogachting; consideratie--------v. beschouwen; bekijken; waarderenregard1[ riga:d] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 betrekking ⇒ verband, opzicht♦voorbeelden:hold someone in high regard • iemand hoogachten/respecterenin regard of/to • betreffendehave/pay regard to • in acht nemenleave out of regard • buiten beschouwing latenhave little regard for • weinig rekening houden metwithout regard for/to • zonder zich te storen aan/te letten opkind regards to you all • ik wens jullie allemaal het beste————————regard2〈 werkwoord〉3 betreffen ⇒ betrekking hebben op, aangaan♦voorbeelden:1 regard someone as • iemand aanzien/houden voorregard someone with admiration • voor iemand bewondering hebben -
15 would
v. hulpwerkwoord ter uitdrukking van een wens2 〈gewoonte/herhaling〉 placht ⇒ 〈 voornamelijk vertaald door middel van bijwoord als〉 gewoonlijk, steeds, altijd♦voorbeelden:she would have her way • ze moest en ze zou haar zin krijgenhe would not hear of it • hij wilde er niet van horenI wish he would leave me alone • ik wilde/wou dat hij me met rust lietI would like to show you this • ik zou je dit graag laten zienif only he would listen • als hij maar wilde luisterenI would rather starve than eat his food • ik zou nog liever verhongeren dan eten van hem aannemenhe would sooner die than surrender • hij zou liever sterven dan zich overgevenif I had known I would have come • als ik het had geweten, zou ik gekomen zijnI would try it anyway • ik zou het toch maar proberen (als ik jou was)I wish John would return • ik wou dat John terugkwam5 he was writing the book that would bring him fame • hij was het boek aan het schrijven dat hem beroemd zou maken7 would you please shut the door? • wil je de deur sluiten alsjeblieft?8 an impressive result, I would say • een indrukwekkend resultaat, zou ik zeggenwe would suggest the following • we zouden het volgende willen voorstellen -
16 leave
n. vakantie; permissie, (het) toestaan; afwezig zijn met permissie; afscheid; weggaan--------v. uitkomen, bloeien--------v. verlaten; achterlaten; weggaan; het erbij laten zitten; ophouden; stopzetten; uitwissenleave1[ lie:v] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 toestemming ⇒ permissie, verlof2 verlof ⇒ vrij 〈in het bijzonder met betrekking tot overheid/leger〉; 〈 voornamelijk enkelvoud〉 vakantie♦voorbeelden:1 leave of absence • verlof, vakantieleave of absence without pay • onbetaald verloftake leave to • (het) wagen/de vrijheid nemen teby/with your leave • met uw permissie〈 informeel〉 without a ‘by your leave’ or a ‘with your leave’ • zo maar, ongevraagdtake (one's) leave (of someone) • (iemand) gedag/vaarwel zeggen; weggaan (bij/van iemand)→ French French/————————leave2♦voorbeelden:it's time for you to leave/time you left • het wordt tijd dat je weggaatleave one's wife • bij zijn vrouw weggaanleave for work • naar zijn werk vertrekken→ leave off leave off/1 laten liggen/staan ⇒ achterlaten, vergeten♦voorbeelden:leave about/around • laten (rond)slingerenleave for • vaarwel zeggen voor, in de steek laten voorleave (something) undone • (iets) ongedaan latenleave (something) unsaid • over iets zwijgenbe left with • (blijven) zitten met, opgescheept worden met3 leave much/a lot/something/nothing to be desired • veel/een hoop/iets/niets te wensen over latenfour from six leaves two • zes min vier is tweeleave (someone) a fortune • (iemand) een vermogen nalatenbe well left • goed verzorgd achterblijven¶ leave (someone/something) be • (iemand) met rust laten, (iets) laten rustenleave someone/something standing • beter zijn dan iemand/iets, iemand/iets in de schaduw stellenleave it at that • het er (maar) bij latenleave aside • buiten beschouwing latenleave in • op zijn plaats latenI'll leave it entirely up to you • ik laat het helemaal aan jou overleave (people) to themselves • zich niet bemoeien met (mensen)leave someone to it • iemand aan zijn lot overlaten→ leave behind leave behind/, leave on leave on/, leave out leave out/, leave over leave over/, luggage luggage/ -
17 diable
diable [die.aabl]〈m.; ook bijvoeglijk naamwoord, tussenwerpsel〉1 duivel♦voorbeelden:avoir le diable au corps • van de duivel bezeten zijn; 〈 figuurlijk〉dol, doorgeslagen zijn, geen rust in zijn lijf hebbenc'est bien le diable si • het zou toch wel heel vreemd, gek zijn alsce n'est pas le diable • het is niet moeilijkfaire le diable à quatre • veel lawaai maken; 〈 figuurlijk〉zich moeite geven om iets te krijgen, te belettenque le diable t'emporte • loop naar de duiveltirer le diable par la queue • moeite hebben om rond te komenque diable va-t-il faire? • wat voor de duivel gaat hij doen?à la diable • onverzorgd, slordig, haastigau diable (vauvert) • erg ver (weg)allez au diable • loop naar de duivelenvoyer qn. au diable • iemand naar de duivel, maan wensendiable de • wonderlijk, vreemd, slechtun bruit de tous les diables • ontzettend lawaaidu diable • uitzonderlijk, uitermateen diable • erg, verschrikkelijkdiable! • du(i)vels!→ Dieuun pauvre diable • arme drommelm1) duivel3) drommel -
18 dwaas
dwaas1〈de〉♦voorbeelden:————————dwaas2♦voorbeelden:1 wat een dwaas gedoe! • what a silly business!een dwaas idee/dwaze gedachte/inval • a crazy ideade dwaze moeders • the mothers of the Plaza de Mayoeen dwaze onderneming • a wild-goose chasedwaze streken uithalen • get up to silly/daft tricksdwaze wensen/hoop/dromen • idle wishes/hopes/dreamsje zult toch zo dwaas niet zijn • surely you won't be so foolish (as to)hij was zo dwaas het te verklappen • he was foolish enough to give it awayII 〈 bijwoord〉♦voorbeelden:1 zich dwaas aanstellen/gedragen • play the fool, make a fool of oneself -
19 plooien
1 [plooien maken] fold, pleat ⇒ crease2 [met betrekking tot het gezicht] wrinkle, crease♦voorbeelden:2 [in plooien neerhangen] hang/lie in pleats/folds♦voorbeelden: -
20 belieben
belieben〈 formeel〉1 wensen, believen♦voorbeelden:1 der Herr beliebt, Sie belieben zu scherzen! • dat meent u niet!wie Sie belieben! • zoals u wenst!wann immer es Ihnen beliebt • wanneer u maar wenst
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Grammaire néerlandaise — le contexte de l article peut être trouvé dans les articles suivants : Grammaire et Néerlandais. Sommaire 1 Morphologie 1.1 Le déterminant 1.2 L article 1.2.1 Het ou … Wikipédia en Français